zaterdag 27 november 2010

Zo vouw ik haar berouw

De vrije val van een aanstaande bruid

Met een scheermesje de gestikte naden lostornen en dan heel nauwgezet de losgekomen draadjes verwijderen. Geen sporen achterlaten. Als goed reparateur en vouwer ben ik van levens belang. Men moet op mijn kunnen vertrouwen. Nog meer dan op de piloot. Terwijl ik werk, denk ik aan haar en aan echte liefde. ! ‘Echte liefde is afscheid nemen’ repeteert het ik in mijn hoofd. Echte liefde is afscheid nemen van alles waar je van houd. Echte liefde is het geluk aanschouwen op een afstand. ‘Haar’ geluk aanschouwen op een afstand. Zonder wrok of krenking. Zonder woede en zonder verdriet.  Zo gelukkig heb ik haar nog niet gezien, tegen het aanstellerige af. Dweperige gewoon. Een piloot natuurlijk. Je kon er op wachten. Bij haar eerste sprong was hij nog gewoon de vlotte piloot. Later ging hij mee en ze sprongen samen die walgelijke duosprong. Bij de landing zag ik het al in de manier waarop ze zich lieten vallen en hoe ze giechelend net iets te lang bleven liggen. En ik?, ik moest het aanzien. Ik die haar vanuit die saaie camping hier naar toe had gesleept om te laten zien hoe spannend het is. Dat ik later misschien wel instructeur zou kunnen worden. Bewonderend had ze geluisterd. Dat springers rekenen op een veilige landing en daarvoor ben ik verantwoordelijk. Ze was onder de indruk. Op de felle kleuren en het zachte nylon liet ze zich beminnen tot we hopeloos verstrikt raakte in de duizenden draden. Symbolische, denk ik nu. De hele warme zomer lang groeide ik verder in het verlangen. Een aanzoek op tweeduizend meter was zo dicht bij geweest. En nu achter de vouwtafel vouw ik haar berouw.

Druk kwebbelend, halen ze bij mij gedachteloos hun parachutes op. Zij pakt de blauw-rode en hij de egaal groene. Mij geen blik waardig gunnend, passeren ze me. Ik ruik champagne. Niet geoorloofd denk ik vals. Alcohol en springen gaat niet samen. Maar ja een piloot spreek je niet zo gemakkelijk tegen. Achteraan sjok ik mee om het trapje van het vliegtuig in te klappen. Als de prins en de prinses vlak na de oorlog. Prettige vlucht majesteit en veilige thuiskomst. In de hangar steek ik het scheermesje als teken van overgave in de raamsponning van waarachter ik in de hemel tuur. Eerst zie ik haar verschijnen in de azuur blauwe lucht, dan de piloot. Even een vrije val. Nu nog het gevoel van vrijheid, als een vogel. Dan de suggestie van het opstijgen die gepaard gaat met het openen van een parachute. Daar zie ik de ontreddering. Herkenbaar in de krampachtige klimbeweging bij het los scheuren van de blauw rode naden. Mijn aanstaande bruid is een geschenk uit de hemel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten