Terug in de tijd gaan kan niet, dat weet u en dat weet ik. Hoewel er soms in een fractie van een seconde iets gebeuren kan waardoor de illusie wordt geschapen dat het even gebeurt. Dat je een moment kan gluren in een lang vervlogen tijden. Het overkwam mij toen ik nog niet zo lang geleden speurend naar inspiratie het fotoarchief van de beeldbank van Zeeland door worstelde. Nonchalant passeerde ik een zwart-wit foto die ik even gemakkelijk weg klikte. Het was een foto uit 1964 waarop de burgemeester van mijn dorp Ovezande de zopas aangeschafte brandweerauto bewonderd. Hij doet dat in een kring van trotse brandweermannen en vermoedelijke gemeenteraadsleden. Kijkend naar de foto herinnerde ik me dit heugelijk feit nog steeds na al die jaren. Ik herkende eerst de brandweerauto’s en daarna de burgemeester. Verder gebeurde er niets. Niets bijzonders althans. Maar gisteren stuitte ik opnieuw op diezelfde foto en deze keer viel het me op dat voor de trots poserende groep mannen een jongentje staat in een overall en met rubberlaarzen. Hij kijkt lachend in zijn versleten en zo te zien vaak herstelde overall naar zijn kleine broertje. Die draagt op zijn beurt gescheurde versleten laarsjes. Je ziet dat de jongen klaar is om de foto een heel andere wending te geven dan die waar de fotograaf en zeker de burgenmeester op hadden gehoopt. De omstanders lijken zich op het moment dat de foto genomen word niet bewust van de indringertjes en kijken zoals mannen kijken bij de aanschaf van een dergelijk belangrijk voertuig. Ze kijken en lachen ingehouden trots. De mannen boven op de brandweerauto echter, lachen met een heel andere lach. Die zien, daar hoog boven alles uittorenend, de consternatie al aankomen en weten dat er iemand zal moeten ingrijpen om de plechtigheid te redden. Het jongetje heeft waarschijnlijk al een reputatie aan zijn zelfverzekerde blik te zien. Die blik, richting zijn broertje, zegt ‘schiet toch op, voor we weggestuurd worden’.
Achter deze ordeverstoorder zag ik nog een jongen. Ook in een overal en ook in laarzen. Zijn overall en laarzen zijn heel. Hij wil net zo zijn als zijn vriendje, net zo stoer en hij wil ook alles durven. Half verscholen achter de rug van zijn vriendje zie ik een pretlach en dat terwijl hij de scene eigenlijk al weer uit probeert te lopen.
Toen kwam de, door onze oosterburen zo mooi aangeduide, Erlebnis. Ik zag het. Die jongen, dat ben ik, betrapt samen met mijn vriendje Kees Rentmeester. (De naam van zijn kleine broertje weet ik niet meer.)
Het duurde even voor ik wist waarom deze foto mij ontroerde want ik heb Foto’s genoeg. Foto’s op school, foto’s thuis met mijn zussen of op vakantie. Kiekjes uit mijn leven. Voornamelijk geregisseerd en bewust genomen. Maar deze foto toon een kind die zich onbespiedt waant. Betrapt door de camera in een moment van opperst kwajongen zijn. U zegt het misschien niets. Maar ik zie dat ik daar op dat moment gelukkig ben. Geluk is uiterst ijl en onvoorspelbaar in haar aanwezigheid. Hier is mijn geluk betrapt en gevangen.