maandag 6 juni 2011

Tienduizend kleine juweeltjes van licht

‘Het grote genieten kan beginnen’ schreeuwde een reclame mijn kamer in. Waarom weet ik niet, maar dergelijk woorden gaan rond zingen in mijn hoofd. Eigenlijk zong het woord genieten al langere tijd rond realiseerde ik me. Ik kan niet precies terug halen wanneer het voor het eerst opdook.
Misschien in documentaire over zoekers naar geluk of als slagzin voor een pensioenfond.
Maar toen het eenmaal opdook,vermoede ik al dat het ‘genieten’ ziet zomaar weer zo verdwijnen.
Om me heen begon iedereen plotsklaps te genieten. Men genoot van een koud biertje of van de kinderen. Men genoot van een warme douche, fraai uitzicht of een vrije dag. Het genieten spoot uit de TV, uit de radio of van het billboard af. Collega’s, buren en familie, iedereen sloeg aan het ‘genieten’. Je moest genieten of in ieder geval moest je willen genieten.

Maar waarom genoot ik dan niet bijvoortduring? Ik doe mijn werk of fiets naar de bakker, douche koud af of eet een tomaat. Geniet ik daar van, vraag ik me af. Vast wel. Want ik kan wel genieten. Zeer zeker wel. Ik hoef alleen niet de godganse dag te genieten of van iedere boterbloem die ternauwernood de naaimachine heeft overleefd. Beter nog, eigenlijk zo weinig mogelijk. Genieten moet exclusief blijven vind ik.  Zoals van het moment dat je boven op de Mont Blanc staat of van een ijsje bij Pista choi aan de boulevard van Katwijk. IJs dat zo verrukkelijk is dat half Duitsland er een tochtje van voor over heeft. Die van mij is meloen- Stracciatella  waar ik niet aan wil denken want dan maak ik dit stukje niet af. Waarmee ik gelijk aantoon hoe gevaarlijk genieten is. Nu zit ik en mijn vrouw een kleine drie en halve week zonder douche en vanavond is hij af, klaar voor gebruik. U voelt hem aan komen. Dat wordt genieten, het is exclusief want het kon drie weken niet.

Update: de werkmannen heb ik voorzien van een kleinen twintig pleistertjes op gezicht en schouders. De glasplaat (van de inloopdouche) spatte in hun handen tot tienduizend kleine juweeltjes van licht. Dat genieten ga ik dus nog even uitstellen. Boeddhistisch meebuigen als bamboe.

donderdag 2 juni 2011

Bevoorrecht mens


Ineens zit ik weer in de opengeslagen deur van de 19e eeuw Engelse trein, die traag haar weg vond over het warme Indiaas platteland. Ik was op weg naar ‘Agra’ een stad in het noorden van India. In Nederland kon dat al jaren niet meer, zitten in een opengeslagen deur terwijl de trein rijdt. In India waren net als de ramen ook de deuren weidopen en liet rook vermengt met heftige Indiase melange binnen stromen. De trein reed traag, niet harder dan zestig kilometer schat ik en was afgeladen vol. De avond ervoor was ik vanuit Bombay vertrokken en ik had in die tussen liggende tijd ontelbaar veel indrukken opgedaan. Het was in het eerste ochtendlicht dat ik besloot mijn benen te strekken en gelijk het toiletten te bezoeken. Na de confrontatie, met een door honderd onverschillige treinpassagiers bezochte toilet besloot ik om een poosje in die deuropening te gaan zitten om het voorbij glijdende landschap in me op te nemen . Er ontvouwde zich een bijzonder schouwspel. Een schouwspel waarvan ik me in Nederland geen voorstelling had kunnen maken en waar ik nu gedwongen door de verbouwing van mijn badkamer en toilet aan terug denken. Het zal een uur of half zes in de ochtend zijn geweest toen het me opviel dat er mensen bij het spoor zaten. Gehurkt. Ze keken allemaal onverschillig en wat gelaten. Eerst was het er een, toen nog een en vervolgens werd het een drukte met stilzittende Indiërs. Ze keken naar mijn trein, naar mij terwijl ik voorbij reed en ze waren allemaal voorzien van een beker (koffie?).

U snapt het al en ik snapte het toen ook ineens. Deze mensen hadden geen toilet thuis en een beker water in plaats van papier.. Deze mensen gaan ieder morgen voor de dag en dauw naar hun buitentoilet. Een onafgebroken rij van mensen zonder toilet realiseerde ik me. Een half uur later terwijl ik me voorzichtiger dan ooit lopend van de trein naar het stations gebouw begaf, waren de toileterende Indiërs weg. Morgen is mijn badkamer en toilet klaar en ik weet hoe bevoorrecht ik ben.