dinsdag 27 januari 2015

Vuisthamer voor een instellingskind



De Vlaamse schrijver Dimitri Verhulst voldoet wat mij betreft aan alles waar een (moderne)schrijver aan moet voldoen. Hij heeft een mooie hand van schrijven, creëert de mooiste zinnen voor bijzondere verbeeldingen, is intelligent en hij heeft zeker iets te vertellen. In interviews is hij mysterieus en ondoorgrondelijk, soms bijna onverschillig en hautain. Menig interviewer zag ik sneuvelen in een poging om op gelijke (literaire) voet met hem te komen en net als bij zijn Vlaamse collega Herman Brusselmans lukt dat zelden. Niet dat je deze twee schrijvers met elkaar kan vergelijken, want waar Brusselmans de literaire slapstick heeft uitgevonden, heeft Verhulst de Vlaams-Nederlandse romantische literatuur nieuw leven in geblazen. Maar er zit ook iets ondoorgrondelijks in de man, iets slechts. Goddank, hij schrijft!

Dimitri Verhulst schreef en publiceerde veel. Wij (ik) in Nederland kennen hem voornamelijk van de bestseller De helaasheid der dingen(verfilmd in 2006) en Godverdomse dagen op een godverdomse bol. Mijn voorkeur gaat echter uit naar het bijna poëtisch geschreven: Mevrouw Verona daalt de heuvel af waarin hij zinnen laat vloeien zoals impressionisten schilderen en bovendien is het een geheel fictief verhaal. Hij won vele prijzen waaronder de Gouden uil en de Libris Literatuur Prijs. Een niet onverdienstelijke staat van dienst voor een man van nog geen 42 jaar oud. Daarbij, en dat is goed nieuws voor ons Nederlanders, schrijft hij het Boekenweek geschenk 2015. Ik zie er naar uit.
De titel Kaddisj voor een Kut dwong mij Google aan het werk te zetten want ik wist niet wat Kaddisj betekende. Het bleek een joods gebed. Het verhaal wordt verteld van uit de tweede persoon die, naar ik vermoed, tegen zichzelf spreekt, die zichzelf als het ware in de spiegel toespreekt. In de eerste helft van het boek worden we meegenomen door een ex-instellingskind (inmiddels volwassen en tegen alle verwachting in succesvol, namelijk de schrijver zelf), naar een begrafenis van een mede instellingskind (een meisje). Via korte soms inktzwarte beschrijvingen uit hun gezamenlijk verleden leidt de verteller de lezer langs de vele misstanden en pijnlijke ervaringen in de jeugdhulpverlening. Traumatische afwijzingen door nare ouders en of opvoeders tot aan de drastische zelfmoord van datzelfde meisje waarmee de hoofdpersoon een kortdurend afstandelijk seksueel contact binnen de muren van de inrichting heeft gehad.

Verhulst neemt in de gehanteerde stijl een schijnbare afstand tot de personages en de zeer harde en pijnlijke wereld van het afgewezen kind. Ik vermoed omdat hij zelf een ex-instellingskind is. Dat lukt echter niet door de prachtige manier waarop hij haarscherp en in korte aangrijpende zinnen een betrokken en zeer vertwijfelde verteller neer weet te zetten. Er is geen emotionele ontsnapping mogelijk. De tweede helft van het boek beschrijft de moord gepleegd door twee ex-instellingkinderen op hun eigen kroost. Het zijn bizarre moorden die door de manier waarop de auteur het hele verhaal neerzet geloofwaardig worden verteld. Ik geef toe dat ik mezelf moest dwingen niet op internet te achterhalen of deze moorden werkelijk hebben plaats gevonden, zo overtuigend vind ik deze roman. De auteur heeft een pijnlijk confronterend zwart omrand boek afgeleverd die mij even heeft laten voelen hoe het moet zijn om te leven als instellingskind.
Een negatief punt: ik was nog niet klaar toen het uit was, ik wilde meer.
Een positief punt: door de strakke beknoptheid komt het binnen als een vuisthamer.

Jan van Rijsingen

woensdag 21 januari 2015

Ik Las voor U

‘Kieft’


Ieder nieuw boek is voor mij een feestje van verwachting, zo ook deze keer toen het boek ‘Kieft’ geschreven door Michel van Egmond en uitgegeven door Voetbal International (VI)via de brievenbus op mijn mat plofte. De legendarische voetballer Wim Kieft kijkt me enigszins achterdochtig en met een naar binnen gekeerde blik vanaf de omslag aan. Een voortreffelijke foto vind ik, waaronder cocaïne-witteletters het feestje van ‘Kieft’ al voorspellen. Want, zoals hij zelf al breeduit in de DWDD [1]aangekondigd, verteld het boek het persoonlijk verhaal van zijn alcohol en cocaïne verslaving. De naam Michel van Egmond kende ik alleen van het boek over ex voetballer en TV presentator  ‘GIJP’,
(wat ik overigens niet heb gelezen).

Het boek ‘Kieft’ dient niet als biografie gelezen worden maar meer als, een aan de hand van vraaggesprekken opgetekend, levensverhaal over de neergang van een topvoetballer. Wanneer je in acht neemt dat Wim Kieft al twintig jaar als alcoholist en junkie door het leven gaat, ziet hij er nog opmerkelijk monter uit. Als schrijver en als geroutineerd lezer viel mij op de eerste pagina de grote hoeveelheid wit op, wit papier. Brede witte kantlijnen, veel wit tussen de regels en heel veel wit tussen de toch al korte hoofstukjes waardoor ik toch maar eens besluit om te gaan tellen. U moet weten, dat een gemiddelde roman of boek ongeveer 300 tot 350 woorden per pagina telt. Het boek ‘Kieft’ komt echter niet verder dan ongeveer 150 woorden per pagina en zo zijn de 367 bladzijden snel gevuld. Misschien heeft Voetbal International geen hoge pet op van zijn lezers of is de schrijver gebonden aan een afgesproken quota wat betreft gewicht, tijd en woorden.

Waar gaat het boek over?
In het boek wordt een ontmoeting beschreven tussen Wim Kieft en de journalist Michel van Egmond. De ontmoetingen spelen zich voornamelijk af in hotellobby’s, restaurants en een enkele keer bij Kieft thuis of tijdens een snabbel ergens in het land. Aan de hand van korte vragen die van Egmond stelt geeft Wim Kieft langere of kortere antwoorden. Er volgt een uiteenzetting van zijn gang langs clubs, kampioenschappen, landen en finales waar Wim met meer of minder succes aan heeft deel genomen. Veel chronologie kan ik in het boek niet ontdekken, waardoor de jaren en de successen als na een stevige nacht cocaïne gebruik niet meer van elkaar te onderscheiden zijn. Er wordt geen moeite gedaan om de lezer bij de les te houden wat betreft de opbouw van zijn carrière en of zijn verslaving. Ajax, PSV, PISA, Bordeaux en het Nederlands elftal, ik ben het spoor al snel bijster, hoewel dat ook aan mijn kennis van de voetballerij kan liggen. Wel wordt uitentreuren ingegaan op zijn minderwaardigheidscomplex en hoe hardnekkig die tot de dag van vandaag aanwezig is. ‘Ik kan het niet, Ik heb het nooit gekund en ik zal het ook nooit kunnen’, dat was Kieft ten voeten uit. En al die minderwaardigheid verpakte hij in arrogant zwijgen, cynisme en opschepperig drank gebruik. Nadat hij met zijn actieve voetbalcarrière is gestopt ontpopt hij als een 1e klas coke gebruiker met de allure van een top-spits. Hij maakt veel vrienden en al gauw nog meer vijanden, maar wat ze ook van hem zijn hij belazerd ze allemaal. Zijn ouders, zijn kinderen, zijn vrouwen, zijn vrienden en iedereen in de voetballerij, allemaal is hij ze iets verschuldigd. Soms is het liefde, soms is het tijd en soms is het vertrouwen, maar voor het merendeel is het geld. Veel geld.








[1] y