donderdag 13 januari 2011

Beledigt zijn.



Waar het is begonnen weet ik niet, maar ineens was het er. ‘Het beledigd, gekwetst of respectloos behandeld zijn’. Te pas en te onpas word het ingezet om aandacht of medelijden te verkrijgen, of meer nog, om de ander de mond te snoeren of er de oorlog mee te verklaren.
In de huidige confrontatie tussen geloven en culturen bleek het een sterk wapen om mee te slaan of er mee geslagen te worden. Ik hoef u niet te vertellen welke heiligenhuisje er in rap tempo werden bijgebouwd naast de al bestaande gevoelige plekken. Als eerste was daar al sinds mensenheugenis ‘GOD’ en vlak naast hem of haar de ‘MOEDER’. Niets zo gemakkelijk om je gekwetst over te voelen als deze twee grootheden. Maar al ras werden daar aan toegevoegd, de dochters, de voorvaderen, godshuizen, handen geven, hoofddoeken, keppeltjes, zwarte kousen en ga zo maar door. Als het zo uitkwam werd het ter plekke heilig verklaard in de hoop de ander een wapen uit de handen te nemen niet beseffende dat de ander er een wapen in zou vinden.

Het bouwen van deze heiligenhuisjes, is als het weg geven van de zwakke plekken in je vesting. Het is of je over de zware kantelen van je kasteel heen, naar je vijand gaat schreeuwen: ‘Er is nog een onbewaakte tunnel die direct naar het hart van ons kasteel loopt”. Of ‘er is ook nog een oude vermolmende deur bij de keuken” En daarbij dan scanderen dat ze er vooral geen gebruik van mogen maken.

Je gekwetst of beledigd voelen is een keus.
Een donker gekleurde medemens mag je geen neger noemen, behalve als je zelf een neger bent. Zo mogen joden, Jodengrappen vertellen en niet joden niet. Je kunt besluiten dat je gekwetst wil worden en je kunt besluiten dat je niet gekwetst of beledig wil worden. Daar heeft de belediger of kwetser geen macht over, die staat machteloos tegenover jouw besluit. Het kost oefening om het onder de knie te krijgen, dat geef ik toe. Maar het zal je bewust maken van je ‘Ego’ dat immers zo graag gekwetst wil worden. Als vorm van erkenning, het krijgen van aandacht of je zin en het geeft je soms een vals gevoel van saamhorigheid en gemeenschapszin. Met z’n allen in de kerk, moskee of tempel zeiken en zeuren over hoe slecht die ander wel niet is en hoe gelijk wij wel niet hebben.
Een beetje God heeft natuurlijk niemand nodig om voor hem op te komen. Die dopt zijn eigen boontjes wel.
Woorden en tekeningen kunnen beledigend of kwetsend zijn als je daar voor kiest, maar als je er heel goed naar kijkt zijn het in feite maar losse letters, zwarte punten of krassen op papier die verdwijnen als voetstappen in de branding.

Nu weet u, dat als u zich beledigd of gekwetst voelt, dat helemaal zelf voor elkaar hebt gekregen, geniet er dus van. Want voor u het weet zijn ze weer aardig tegen u en wat dan?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten