donderdag 6 januari 2011

Broeders van Liefde

Het boek irriteert hem nu al dagen. Het is geen dik boek, honderd vijftig pagina’s heeft hij na een vluchtig en wat afwerend contact met het papier gezien. Voorzichtig of hij zijn handen er aan kon branden heeft hij het doorgebladerd en als hij dacht op een foto te stuiten snel weggekeken. Daarna heeft hij het voorzicht als een breekbaar voorwerp in het midden van de tafel gelegd, waar het nu al dagen in het steeds veranderende licht wat zijn cel binnen valt ligt. Hij noemt het nog steeds ‘ zijn cel’ zoals hij dat na jaren kloosterleven gewend is. Maar eigenlijk is het een eenpersoonskamer van de serviceflat voor gepensioneerde religieuzen. De kamer is sober ingericht en het gebroken licht valt door de grijze egale gordijnen op het eenpersoonsbed, een kleine tafel en een klassieke wat kaalgesleten fauteuil. Een crucifix met een buxustakje achter de vastgespijkerde armpjes gestoken, hangt boven het bed. De kale tafel lijkt het boekje omhoog te duwen, te presenteren als een waardevol voorwerp in een museum, en dat leid hem af, het irriteert hem. Zijn gebeden zijn ongeconcentreerd en van studeren komt niets meer. Het boek vergiftig de atmosfeer in zijn kamer en verlamt zijn vermoeide lijf. Broeder Vincentius heeft het hem nu een week geleden, ten overstaan van alle andere broeders en religieuzen, na de maaltijd in de refter haast toegeworpen.
 ‘Dit zal je interesseren Winfridus’ had hij snauwend gezegd terwijl hij het boekje open en bloot op de tafel had gesmeten. Zo onverschillig mogelijk had hij het opgepakt en met de omslag naar zijn donkerbruine pij gekeerd meegenomen naar zijn kamer. Het was diezelfde Vincentius geweest die een maand of twee geleden verslag had gedaan van een televisie programma waar, zo zei hij, zijn familie gechoqueerd door was geweest. Broeder Vincentius was de enige nog levende broeder van zijn congregatie broers van liefde. De rest was dood of had zich onvindbaar in het burger leven terug getrokken.  Broeder Vincentius was nog maar kort zo cynisch tegen hem. Vroeger was dat wel anders geweest, vroeger had hij zijn plaats geweten als novice of zo nodig had hij hem op zijn plaats gewezen als dat nodig was. Nu had hij al lang de lichamelijke kracht niet meer om zijn wil op te leggen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten