maandag 28 september 2015

sappige Scandinavisch mos

Roman van Helle Helle. Uitgeverij Querido. 159 blz. Deense titel: Hvis det er.

Helle Helle is op 14-12-1965 in Denemarken als Helle Olsen geboren en ontwikkelde zich tot een vooraanstaand schrijfster, zowel in Denemarken als in het buitenland. Haar werk is in veertien talen vertaald en ze heeft verschillende literaire prijzen gewonnen waaronder de prestigieuze Boghandlernes Gyldne Laurbær en de Nordisk Rads Litteratuurpris.

Ik had nog nooit van haar gehoord en koos het boek eigenlijk op de cover. Zowel het hertje, dat je kwetsbaar en nieuwsgierig vanuit een mistig bos aankijkt, als de naam van de schrijfster ‘Helle Helle’ samen met de titel ‘Als je wilt’, maakte me nieuwsgierig. Ondanks Google kan ik u niet vertellen waarom deze schrijfster Helle Helle als schrijvers naam koos.

Waar gaat het boek over, wat is het verhaal of het thema? Eerlijk gezegd is dat nog niet zo gemakkelijk om onder woorden te brengen. Een man en een vrouw ontmoeten elkaar in een Deens bos terwijl ze aan het hardlopen zijn en waar ze allebei de weg zijn kwijt geraakt. Het wordt snel donker en er is geen maan. Ze besluiten bij elkaar te blijven en de ochtend af te wachten. Hij heeft aan zijn nieuwe hardloopschoenen een pijnlijke blaar overgehouden en daarom gaat zij gaat op de tast water zoeken in een beek die ze vlak bij hebben gezien, iets wat ze beter niet had kunnen doen gezien de darmkrampen die zich de volgende dag zullen melden. De nacht duurt lang, ze hebben honger en delen samen een pakje kauwgom terwijl zij verteld over haar leven. Mij wordt het niet duidelijk of de vrouw haar verhaal over haar jeugd, liefdes en teleurstellingen, aan de man of dat de schrijfster dit aan mij als lezer verteld. Het maakt voor het verloop van het verhaal echter geen verschil. Wanneer ze, na twee dagen, uiteindelijk een huis vinden waar alleen kinderen in de huiskamer spelen, besluiten ze in de schuur te wachten tot de ouders zullen arriveren. De volgende ochtend ontdekken de kinderen de twee zieke en vermoeide hardlopers maar gaan niet over tot actie. De man en de vrouw nemen de bus. Einde verhaal. Beetje bijzonder maar niet echt ongeloofwaardig. Het zou kunnen.

Wat maakt dit boek tot een mooi boek?. Helle Helle is in staat tot het prachtig verwoorden van hele gewone alledaagse dingen en haar zinnen zijn altijd precies passend. Geen woord te veel en zeker geen woord te weinig, geen hoofdstuk te lang of te kort. Grootte thema’s als de dood, verraad, angst, intimiteit  en liefde, zijn wel degelijk in de roman aanwezig maar worden nergens open en bloot beschreven. Je voelt ze al het ware op de loer liggen, wat het voor mij moeilijk maakte om het boek weg te leggen. De sfeer in het bos, de intimiteit, de regen en de kou en het noodlot sluipen als jonge vossen tussen de regels door. Er is een dreiging die niet dreigend is, er gloort verlossing zonder dat ze opkomt en er worden vragen opgeroepen waarvan ik als lezer weet dat die niet beantwoord zullen worden. Haar zinnen lijken penseelstreken van Vincent Gogh en verbeelden een wereld waar donkere luchten contrasteren met helder zon geel graan. Helle Helle neemt je mee in een intimiteit die vooral geloofwaardig en dragelijk is.

vrijdag 8 mei 2015




Fascinatie voor Connie Palmen


Roman: Ica. Auteur Eva Posthuma de Boer. Uitgeverij ambo|anthos. 279 blz.



In haar nieuwe roman Ica beschrijft Eva Posthuma de Boer, haar bewonder-relatie met de schrijfster Connie Palmen.
Eva Posthuma de Boer is naast romanschrijfster en columnist ook de echtgenote van Frank Lammers en die kent u dan weer als acteur in de film over het leven van Michiel de Ruyter (2015), maar bovenal als goedmoedige en sullige huisvader in de reclame spotjes van de supermarktketen Jumbo. Dit laatste benadruk ik omdat Eva haar man nadrukkelijk opvoert als haar al even goedmoedige en sullige echtgenoot Willem. In deze voor mij verwarrende roman draagt Conny Palmen de naam Ica Metz en geeft Eva Posthuma de Boer zichzelf de naam Nadine Sprenger.

In de media is de afgelopen tijd op allerlei podia stevig reclame gemaakt voor het boek met als hoogtepunt een optreden in ‘De wereld draait door’ waar naar mijn mening alles over Conny Palmen groot nieuws is. Conny Palmen schrijft naar verluid hoogstaande literatuur en heeft daarnaast het bed gedeeld met de tot de verbeelding sprekende Ischa Meijer en Hans van Mierlo, die ze allebei naar het graf droeg. Eva bewondert Connie Palmen niet alleen, ze kent de schrijfster ook persoonlijk en houd als rasechte fan een zeer gedetailleerd plak-en-knipboek over Connie en haar werk bij.

Wanneer iemand aankondigt een roman te hebben geschreven over een beroemde schrijfster dan verwacht ik dat het boek handelt over die beroemde schrijfster. Vandaar dat ik na honderd pagina’s wat verward raakte en moest concluderen dat het boek gaat over een schrijfster die een boek schrijft over een beroemde schrijfster. Die schrijfster is de schrijfster zelf en ze schrijf over zichzelf in tweede persoon. Ze schrijft over haar man Willem (Frank Lammers), haar kinderen en ze beschrijft de aanloop tot het schrijven van een boek over de door haar zo bewonderde schrijfster. Wie iets te weten wil komen over Conny Palmen, komt met dit boek bedrogen uit. Er worden korte ontmoetingen met Connie beschreven die zich vooral afspelen op het boekenbal, gezeten op de treden van de trap waar Harry Mulisch uiteindelijk insliep en er wordt veel ingegaan op de twijfels van Eva zelf. Mag het wel, kan ik het wel en wat zal Connie er van vinden? Tot daar kon ik het verhaal volgen en tot daar kon ik geloven wat ik las. Wanneer Nadine Sprenger Ica Metz meeneemt naar het zomerhuis van haar vader(diep weggestopt in Frankrijk) om haar van dichtbij voor haar boek te observeren slaat bij mij het ongeloof toe. Als er al van bewondering sprake is, dan schilt ze die vilein en soms rücksichtslos weg. Wie op de hoogte is van literair Nederland wist al dat Ica (Connie Palmen) het moeilijk heeft. Ze heeft het moeilijk met de dood, met de moraal in het algemeen en ze heeft het moeilijk met de Nederlandse burgerlijke truttigheid. In het boek valt iedere zachtheid weg en verrijst het beeld van een zwaar drinkende, rokende, moedeloze en egocentrische schrijfster Ica. Hoewel ze over Ica schrijft gaat het boek niet echt over Ica maar over de protagonist Nadine Sprenger die worstelt met zichzelf en ze probeert haar fascinatie voor Ica te doorgronden. Het boek is opgebouwd uit korte hoofdstukken die fragmenten herbergen uit het dagboek dat ze in Frankrijk bijhield. Ze bezoeken het nabijgelegen dorp, drinken veel wijn, draaien constant om elkaar heen en tussen al die dingen door saboteert Nadine de makelaar die het huis van haar vader moet verkopen door het plaatsten van rotte vis op strategische plekken. Die vader heeft geld nodig om aan te tonen dat Eva Braun ( de vrouw van Hitler) ooit naakt is geschilderd. Hier was de schrijfster mij even kwijt. Dan, richting het plot, weet Eva de spanning op te voeren en stort het kaartenhuis in. Welk kaartenhuis vraagt u zich dan af? Dat van Connie palmen als Ica of het kaartenhuis van Nadine Sprenger?  Of is het toch het kaartenhuis van Eva Posthuma de Boer zelf? Ik laat dat oordeel aan U.

Eva Posthuma heeft een mooi boek geschreven wat vlot leest en dat mij als lezer verbaasde en verraste. De vraag blijft, wat is fictie en wat is non-fictie of te wel autobiografisch? Maar dat was ook de bedoeling geloof ik. Toen Connie, tijdens het boekenbal zittend op de treden van de trap van Eva Posthuma de Boer te horen kreeg dat die een boek over haar had geschreven, antwoorde de schrijfster hautain: ‘daar kon ik op wachten’. Ze bestede er zowaar nog een tweede zin aan en die luidde: ‘It better be good’.Nu hoop ik maar dat ze die laatste zin als vriendin en collega heeft uitgesproken. Want een zin als ‘ I'll see you in court’ was ook mogelijk geweest.


Jan van Rijsingen 

Hoe een legendarisch popidool ten onder ging.

Biografie over Wally Tax. Door Rutger Vahl. Uitgeverij Nijgh&Ditmar. 272 blz.

Na een veel te kort weekend en nadat ik mijn moeder voor de zoveelste keer aan de poort had uitgezwaaid, trok mijn vriendje me mee naar de goed bewaakte platenspeler in de hoek van de groepswoonkamer.  Een zeldzame moderniteit binnen de muren van het internaat waar ik verbleef en alleen aanwezig op de groepen van de oudste jongens. Hij toverde een singeltje uit zijn weekendtas waarop vijf zeer langharige jongemannen stonden afgebeeld. De tweede van rechts droeg zijn haar zo lang dat het op de revers van zijn hippe leren colbertjasje viel. Ik wist gelijk dat het de Outsiders  waren ,die samen met Q65 en de Bintangs tot mijn absoluut favorieten Nederlandse bands behoorde. Even later daalde de naald van de pick-up in de groef en hoorde ik vanuit een mysterieuze wereld  het donker gezongen ‘TOUCH’.
Na de hits die ikzelf al op singel had verzameld luisterde ik opnieuw naar een van de hoogte punten uit de carrière van Wally Tax. De man over wie deze biografie geschreven is.

De cover  toont  gifgele letters op een donkergrijze foto van Wally Tax. Het hoofd van de zanger word in helder wit  uitgelicht, als de aureool rond een heilige. Een uitgeleefde shagje hangt doods aan zijn lippen en zijn lange sluike haar wijst al even doods naar de handen die gevouwen zijn als in gebed.
‘Leven en lijden van een outsider’ staat in cocaïne witte letters geschreven op de cover. Dat voorspeld niet veel goeds dacht ik, wetende dat het uiteindelijk slecht zal afgelopen met Wally Tax.

Wally Tax, ( 14-2-48) wordt geboren als zoon van Frits Tax en zijn Oekraïense moeder Wera en krijgt als eerbetoon ‘van zijn vader aan zijn moeder’ de Slavische naam Wladimir, die snel wordt afgekort naar Wally. Deze Russische naam zal symbolisch blijken voor zijn worsteling met het leven wat zo dramatisch eindigt.
Journalist Rutger Vahl kende ik niet, maar blijkt na onderzoek al een biografie over de Nederlands-Zweedse volkszanger Cornelis Vreeswijk geschreven te hebben. In de biografie over Wally Tax beschrijft Rutger op onnavolgbare wijze, soms grappig, soms scherp en eerlijk, maar bovenal met veel mededogen over dit legendarische idool uit de prehistorie van de Hollandse popmuziek. 
Alle hits passeren de revue, evenals de vele  pogingen om na iedere neergang (voornamelijk veroorzaakt door zijn destructief alcohol en drugsgebruik)weer te herrijzen.

Hij ontmoet de groten der aarde in de popmuziek van de jaren 60 en 70 en staat weken in de top 20 met nummers als ‘You mistreat me’ ‘Lying all the time’ ‘Touch’ en ‘Monkey on you back.
Ook wanneer Wally zich afscheid van de Outsiders, weet hij zowel voor zichzelf als voor anderen hits te schrijven. Hij wordt door vrienden heel lang omschreven als een lieve zachtaardige man, toch dwingt zich uit deze biografie een beeld op van een egocentrisch, onverzadigbaar en vooral onbetrouwbare popster.
Er zijn veel psychologische oorzaken aan te wijzen voor zijn drugs en drank gebruik. Zoals de pijnlijke dood van zijn soulmate en schrijfster Laurie Langenbach en zijn chronische minderwaardigheidscomplex. Een feit blijft dat Wally zich ondanks de vele afkickpogingen en herkansingen gebouwd op oude roem, zich dood drinkt, snuift, spuit, en rookt.

De succes periode  met de Outsiders neemt al met al niet langer dan vier jaar in beslag en zal hem een levenslang krediet  bij artiesten en platenbazen opleveren. In deze korte periode ziet hij kans een ongekende  roem te verkrijgen die voortduurt tot in de 21e eeuw of eigenlijk tot aan zijn dood  in 2005 en zelfs daarna. Op de lindeboom naast zijn grafmonument op de Nieuwe ooster begraafplaats prijkt een goudkleurig bordje met de tekst:  ‘Wally Tax lives in his songs and the friends who love him’ ‘Given bij Barbara Henninger’. Na intrigerend speurwerk, wat de intensiteit van deze mooie biografie onderstreept, vind Rutger uit, dat deze Barbara, Wally’s muziek pas na diens dood heeft ontdekt.
Ik vind dat Rutger Vahl een mooie indringende en bovenal eerlijk ogende biografie heeft geschreven waar Wally trots op kan zijn. Want als er iets is wat naar voren komt uit deze biografie dan is het wel de liefde voor muziek en zijn talent voor verliezen. 
 
Jan van Rijsingen. 

vrijdag 20 maart 2015

- 60- Bart Chabots jubileumboek.




Boek: Zestig
Auteur: Bart Chabot
Uitgeverij: De Bezige Bij
355 blz

Het is hem niet aan te zien, maar Bart Chabot is zestig jaar geworden ( 26 september 1954). Reden voor een feestje en een jubileumboek. Materiaal genoeg zal de Haagse dichter zijn uitgever voorgehouden hebben. Want wanneer deze markante persoonlijkheid net zo snel schrijft als hij spreekt moest er materiaal genoeg zijn. De meeste Nederlanders kennen Bart Chabot echter van zijn TV optredens bij Pauw& Witteman ( nu Pauw), De Wereld draait door en Het groot Nederlands dictee. Voor dit laatste televisie programma schreef hij, na er zelf vierentwintig keer aan te hebben deelgenomen, de vijfentwintigste jubileum uitzending. ‘Zijn laatste’ kondigde hij aan. De frequente theaterbezoekers onder ons zullen Bart Chabot kennen van zijn theatervoorstellingen samen met Martin Bril en Jan Mulder en later met Herman Brood en Jules Deelder waarin vooral zijn gedichten en korte verhalen voor het voetlicht kwamen. Bart Chabot is een zeer productieve schrijver van proza en poëzie met vierendertig titels op zijn naam.

60, is overduidelijk een bloemlezing met op de omslag de schrijver zelf, stemmig gekleed in het zwart, die een plank voor zijn hoofd houd met de letters zestig. De feestelijke letters ‘bart chabot’ kunnen nog maar met moeit de vreugde ophouden. Toch is het geen somber boek maar meer een verzameling korte realistische vertellingen van een bewogen leven. Het is onderverdeeld in thematische hoofdstukken met bevlogen namen zoals; Early days, Haagse schimmen (1 en 2), Broodje totaal en (A few of) My favorite things, om te eindigen met een tiental gedichten. Het voert de lezer met grote stappen door het oeuvre en het leven van de schrijver en toont ons zonder meer de juweeltjes (of pareltjes zo u wilt), uit zijn werk. Hij verhaalt over zijn avonturen met grootheden die wij allemaal kennen; The Golden Earring, Herman Brood, Lee Towers, Martin Bril, Ronald Giphart, Femke Halsema en vele anderen. Ook de angstige ervaring en behandeling van zijn brughoektumor ( een tumor aan het oor-orgaan) weet hij op zijn typische Chabot wijze te verwoorden. Bart is, naast zijn oprechtheid die van de bladzijden af springt, vooral erg humoristisch zonder gemakzucht. Herhaalde malen schiet ik tijdens het lezen in de lach wat mij over het algemeen niet gemakkelijk overkomt tijdens lezen. Zijn humor lijkt voort te komen uit de oprechte verbazing over het leven zelf en het heeft zelden de bijsmaak van cynisme en al helemaal niet van sarcasme. Hij weet het prachtig te formuleren in een weergaloze stijl. Wanneer je Bart Chabot wil leren kennen zonder zijn hele oeuvre door te worstelen, heeft aan dit boek een leuke handwijzer of te wel ‘Chabot in 355 bladzijden’. De gedichten die het einde van het boek aankondigen vind ik lastig te beoordelen omdat de manier waarop hij zijn werk voordraagt de literaire kracht wat mij betreft sterk onderstrepen. Wanneer ik ze (stiekem) op de typische Chabot manier probeer te declameren val ik al snel in de jammerlijke afgrond van hoogmoed.

Jan van Rijsingen.

zaterdag 7 februari 2015

Meidenboek, ook voor volwassenen


Levenslessen (Not that kind of girl) – Lena Dunham – Vertaling Gemma Pauwels – Meulenhoff – 303 blz.
Multitalent Lena Dunham werd geboren op 13 mei 1986 te New York en is dus nog maar net 28 lentes jong en is op deze jonge leeftijd al bekend als actrice, filmproducent en (scenario)schrijfster. Ook is ze de bedenker van de HBO-serie Girls waarin ze zelf de hoofdrol vertolkt waarbij u moet weten dat HBO een zeer bekend middelgroot Amerikaans televisienetwerk is dat zijn bekendheid ontleent aan series zoals Game of thrones en The wire.
Lena die al meerdere speelfilms regisseerde, is de dochter van kunstschilder Carroll Dunham en fotografe Laurie Simmons die ook al geen onbekenden zijn in het hippe New York. Ze won al snel prijzen voor haar scenario’s, filmscrips en als actrice. Ondanks haar welhaast onmogelijk drukke agenda wist ze toch ook nog tijd in te ruimen om een boek te schrijven over haar jeugd, prepuberteit en jongvolwassenheid.
Ondanks dat het boek waarschijnlijk niet voor oudere Nederlandse mannen bedoeld is, kon ik me er toch wel een beetje in verplaatsen. Vooral haar snelle korte, heldere schrijfstijl trok me door de voor mij onbekende jonge vrouwenwereld heen. Lena schrijft vlot en weet de kern van wat ze wil zeggen snel en treffend te formuleren en ik vind haar schrijfstijl dan ook veelbelovend. De thema’s en onderwerpen lijken direct uit haar eigen wereld te zijn geplukt en komen op mij erg Amerikaanse over, waarbij ik mag opmerken dat ze redelijk grappig worden omschreven. Dat het hier een typisch Amerikaans boek betrof werd me nog duidelijker door de (erg) brave woordkeuze wanneer ze seksueel getinte onderwerpen beschrijft. Nederlandse (vrouwelijke) auteurs schrijven doorgaans veel explicieter en grover. De recensies die ik over dit boek las en de manier waarop het boek in de media belicht werd, deed vermoeden dat hier sprake was van de gewaagde scandaleuze ontboezemingen van een uiterst moderne ontluikende jonge vrouw. Niets was minder waar en goddank, paait ze de lezer niet met geile praatjes. Het is een geslaagde poging om de lezer deelgenoot te laten worden van wat er zich zo afspeelt, wanneer een blank, joods, middle class lichtelijk verwend meisje in Amerika volwassen wordt.
Lena heeft haar boek ingedeeld zoals de serie ‘alles voor dummies’ is ingedeeld. Via de hoofdstukken Liefde & seks, Lichaam, Vriendschap, Werk en als laatste ‘Het grote geheel’ voert ze ons met veel vallen en opstaan langs voornamelijk relationele en seksuele teleurstellingen tot aan de eindeloze therapiesessies die geen zoden aan de dijk blijken te zetten. Groot worden gaat nou eenmaal vanzelf, daar heb je echt geen therapeut voor nodig. Haar joodse afkomst is net als bij Woody Allen aanleiding tot veel neurotisch getwijfel en gezeur over alles waaraan vader en moeder schuldig zo niet onschuldig zouden zijn. Ben ik te dik, ben ik niet mooi of goed genoeg, ruik ik uit mijn mond en zou ik dan misschien toch lesbisch zijn? Het boek weet in mijn ogen niet echt aan het concept ‘Meisjes dagboek’ te ontsnappen, maar het droge feit dat ik het met plezier heb uitgelezen, verraadt mogelijk de aanwezige kwaliteit. De illustraties overstijgen jammer genoeg het schoolagendaniveau niet en die doen eerder afbreuk aan het boek dan dat ze iets bijdragen. Het is vooral een leuk vederlicht leesbaar boek dat prima in een niet al te zware vakantiekoffer zal passen.
Hoe is de uitspraak ook al weer? ‘Vooral doorgaan!’
Een luchtig vrolijk vakantieboek wat lekker wegleest.

maandag 2 februari 2015

Vlieland geeft een parel prijs




Niet lang geleden schreef ik voor boekenbijlage.nl een recensie over het boek Levenslessenvan de alom geprezen Amerikaanse auteur Lena Dunham. En ik geef toe dat deze jonge vrouwelijke schrijfster een moedige poging heeft ondernomen om de lezer in haar belevingswereld te betrekken en dat vond ik tot op bepaalde hoogte ook geslaagd. Totdat ik de debuutroman van Eva Kelder las en ik met gerust hart kan zeggen dat deze van Vlieland afkomstige jonge schrijfster haar Amerikaanse collega in literaire zin achter zich laat, zoals een slechtvalk een gans achter zich laat. Waar de bestseller Levenslessen blijft hangen in goed bedoelde jonge meiden treurigheid, toont de roman Het leek stiller dan het was een veel diepere essentiële laag. Eva heeft duidelijk niet geschreven om te scoren maar omdat Eva schrijven moet.
Eva Kelder is nog een jonge schrijfster (1980) die haar mooie eiland Vlieland verliet om Engelse letterkunde en journalistiek te gaan studeren in Edinburgh, om vervolgens te gaan werken met oud-VS correspondent Charles Groenhuijsen. Voor het programma Holland Doc van de VPRO en haar project crossmediale Search of Americanstrok ze met fotograaf Sabina Theijs door de VS. In 2012 debuteerde ze met een kort verhaal in het literaire tijdschrift Passionate magazine, waarna er al snel meerdere verhalen in verschillende tijdschriften verschenen. Nu debuteert ze met dit prachtige boek Het leek stiller dan het was.
Zoals de titel al prijsgeeft, beschrijft Eva een opmerkelijke stille buitenwereld die wordt vormgegeven door een dorp, het strand, de badgasten en bovenal in de gezapigheid van de kleinburgerlijkheid op het eiland. Een benauwende wereld waar de (hippie)moeder van de hoofdpersoon Seije met regelmaat van wegvlucht. We leren de jonge Seije kennen als een meisje met een groot innerlijk gevoelsleven dat waarschijnlijk vergelijkbaar is met het leven van de schrijfster zelf. Daarover later meer. Haar belevingswereld wordt prachtig geformuleerd in zinnen waarmee ze de lezer op pijnlijke wijze weet te ontroeren en te fascineren. Ze leidt de lezer langs aangrijpende landschappen van de verwarrende gevoelens en belevingen die passen bij van een opgroeiende adolescent.
De innige vriendschap van Seije met haar homoseksuele vriend Teun verwart zowel hem als haar en uiteindelijk komt het tot een pijnlijke confrontatie wanneer ze hem verraadt tijdens een nacht vol feest en drank. Haar naïeve wereldbeeld brokkelt snel af en de realiteit dringt zich onafwendbaar op. Onbreekbare banden blijken te breken en ze vraagt zich af of haar moeder haar in de steek laat of gewoon loslaat. Ondanks de scherf in zijn ziel besluit Teun toch om samen met Seije Engels te gaan studeren in Edinburgh. Daar wordt Seije uiteindelijk verliefd op studiegenoot Daniel die zijn liefde voor literatuur verraadt door te buigen voor zijn dominante ouders en het grote geld. Seije, op haar beurt, verraadt de hoogleraar die haar talent herkent door te kiezen voor een leeg upper class New Yorks leventje. Eva schetst een wereld die pijnlijk ontroert en mij mee weet mee te slepen naar een geloofwaardig plot. De vraag hoezeer deze roman autobiografisch is, beantwoord ik met de woorden van Gerard Reve, ‘in wezen is alles wat een schrijver schrijft autobiografisch’.
Nadat ik dit prachtige boek had uitgelezen, bekeek ik nogmaals de omslag. En jawel, die omslag dekt de inhoud meer dat ik had durven hopen toen ik aan het boek begon. ‘Fris, kleurrijk, spannend en bovenal jong’. Een eerste stap op weg naar een mooi oeuvre dunkt me.

dinsdag 27 januari 2015

Vuisthamer voor een instellingskind



De Vlaamse schrijver Dimitri Verhulst voldoet wat mij betreft aan alles waar een (moderne)schrijver aan moet voldoen. Hij heeft een mooie hand van schrijven, creëert de mooiste zinnen voor bijzondere verbeeldingen, is intelligent en hij heeft zeker iets te vertellen. In interviews is hij mysterieus en ondoorgrondelijk, soms bijna onverschillig en hautain. Menig interviewer zag ik sneuvelen in een poging om op gelijke (literaire) voet met hem te komen en net als bij zijn Vlaamse collega Herman Brusselmans lukt dat zelden. Niet dat je deze twee schrijvers met elkaar kan vergelijken, want waar Brusselmans de literaire slapstick heeft uitgevonden, heeft Verhulst de Vlaams-Nederlandse romantische literatuur nieuw leven in geblazen. Maar er zit ook iets ondoorgrondelijks in de man, iets slechts. Goddank, hij schrijft!

Dimitri Verhulst schreef en publiceerde veel. Wij (ik) in Nederland kennen hem voornamelijk van de bestseller De helaasheid der dingen(verfilmd in 2006) en Godverdomse dagen op een godverdomse bol. Mijn voorkeur gaat echter uit naar het bijna poëtisch geschreven: Mevrouw Verona daalt de heuvel af waarin hij zinnen laat vloeien zoals impressionisten schilderen en bovendien is het een geheel fictief verhaal. Hij won vele prijzen waaronder de Gouden uil en de Libris Literatuur Prijs. Een niet onverdienstelijke staat van dienst voor een man van nog geen 42 jaar oud. Daarbij, en dat is goed nieuws voor ons Nederlanders, schrijft hij het Boekenweek geschenk 2015. Ik zie er naar uit.
De titel Kaddisj voor een Kut dwong mij Google aan het werk te zetten want ik wist niet wat Kaddisj betekende. Het bleek een joods gebed. Het verhaal wordt verteld van uit de tweede persoon die, naar ik vermoed, tegen zichzelf spreekt, die zichzelf als het ware in de spiegel toespreekt. In de eerste helft van het boek worden we meegenomen door een ex-instellingskind (inmiddels volwassen en tegen alle verwachting in succesvol, namelijk de schrijver zelf), naar een begrafenis van een mede instellingskind (een meisje). Via korte soms inktzwarte beschrijvingen uit hun gezamenlijk verleden leidt de verteller de lezer langs de vele misstanden en pijnlijke ervaringen in de jeugdhulpverlening. Traumatische afwijzingen door nare ouders en of opvoeders tot aan de drastische zelfmoord van datzelfde meisje waarmee de hoofdpersoon een kortdurend afstandelijk seksueel contact binnen de muren van de inrichting heeft gehad.

Verhulst neemt in de gehanteerde stijl een schijnbare afstand tot de personages en de zeer harde en pijnlijke wereld van het afgewezen kind. Ik vermoed omdat hij zelf een ex-instellingskind is. Dat lukt echter niet door de prachtige manier waarop hij haarscherp en in korte aangrijpende zinnen een betrokken en zeer vertwijfelde verteller neer weet te zetten. Er is geen emotionele ontsnapping mogelijk. De tweede helft van het boek beschrijft de moord gepleegd door twee ex-instellingkinderen op hun eigen kroost. Het zijn bizarre moorden die door de manier waarop de auteur het hele verhaal neerzet geloofwaardig worden verteld. Ik geef toe dat ik mezelf moest dwingen niet op internet te achterhalen of deze moorden werkelijk hebben plaats gevonden, zo overtuigend vind ik deze roman. De auteur heeft een pijnlijk confronterend zwart omrand boek afgeleverd die mij even heeft laten voelen hoe het moet zijn om te leven als instellingskind.
Een negatief punt: ik was nog niet klaar toen het uit was, ik wilde meer.
Een positief punt: door de strakke beknoptheid komt het binnen als een vuisthamer.

Jan van Rijsingen

woensdag 21 januari 2015

Ik Las voor U

‘Kieft’


Ieder nieuw boek is voor mij een feestje van verwachting, zo ook deze keer toen het boek ‘Kieft’ geschreven door Michel van Egmond en uitgegeven door Voetbal International (VI)via de brievenbus op mijn mat plofte. De legendarische voetballer Wim Kieft kijkt me enigszins achterdochtig en met een naar binnen gekeerde blik vanaf de omslag aan. Een voortreffelijke foto vind ik, waaronder cocaïne-witteletters het feestje van ‘Kieft’ al voorspellen. Want, zoals hij zelf al breeduit in de DWDD [1]aangekondigd, verteld het boek het persoonlijk verhaal van zijn alcohol en cocaïne verslaving. De naam Michel van Egmond kende ik alleen van het boek over ex voetballer en TV presentator  ‘GIJP’,
(wat ik overigens niet heb gelezen).

Het boek ‘Kieft’ dient niet als biografie gelezen worden maar meer als, een aan de hand van vraaggesprekken opgetekend, levensverhaal over de neergang van een topvoetballer. Wanneer je in acht neemt dat Wim Kieft al twintig jaar als alcoholist en junkie door het leven gaat, ziet hij er nog opmerkelijk monter uit. Als schrijver en als geroutineerd lezer viel mij op de eerste pagina de grote hoeveelheid wit op, wit papier. Brede witte kantlijnen, veel wit tussen de regels en heel veel wit tussen de toch al korte hoofstukjes waardoor ik toch maar eens besluit om te gaan tellen. U moet weten, dat een gemiddelde roman of boek ongeveer 300 tot 350 woorden per pagina telt. Het boek ‘Kieft’ komt echter niet verder dan ongeveer 150 woorden per pagina en zo zijn de 367 bladzijden snel gevuld. Misschien heeft Voetbal International geen hoge pet op van zijn lezers of is de schrijver gebonden aan een afgesproken quota wat betreft gewicht, tijd en woorden.

Waar gaat het boek over?
In het boek wordt een ontmoeting beschreven tussen Wim Kieft en de journalist Michel van Egmond. De ontmoetingen spelen zich voornamelijk af in hotellobby’s, restaurants en een enkele keer bij Kieft thuis of tijdens een snabbel ergens in het land. Aan de hand van korte vragen die van Egmond stelt geeft Wim Kieft langere of kortere antwoorden. Er volgt een uiteenzetting van zijn gang langs clubs, kampioenschappen, landen en finales waar Wim met meer of minder succes aan heeft deel genomen. Veel chronologie kan ik in het boek niet ontdekken, waardoor de jaren en de successen als na een stevige nacht cocaïne gebruik niet meer van elkaar te onderscheiden zijn. Er wordt geen moeite gedaan om de lezer bij de les te houden wat betreft de opbouw van zijn carrière en of zijn verslaving. Ajax, PSV, PISA, Bordeaux en het Nederlands elftal, ik ben het spoor al snel bijster, hoewel dat ook aan mijn kennis van de voetballerij kan liggen. Wel wordt uitentreuren ingegaan op zijn minderwaardigheidscomplex en hoe hardnekkig die tot de dag van vandaag aanwezig is. ‘Ik kan het niet, Ik heb het nooit gekund en ik zal het ook nooit kunnen’, dat was Kieft ten voeten uit. En al die minderwaardigheid verpakte hij in arrogant zwijgen, cynisme en opschepperig drank gebruik. Nadat hij met zijn actieve voetbalcarrière is gestopt ontpopt hij als een 1e klas coke gebruiker met de allure van een top-spits. Hij maakt veel vrienden en al gauw nog meer vijanden, maar wat ze ook van hem zijn hij belazerd ze allemaal. Zijn ouders, zijn kinderen, zijn vrouwen, zijn vrienden en iedereen in de voetballerij, allemaal is hij ze iets verschuldigd. Soms is het liefde, soms is het tijd en soms is het vertrouwen, maar voor het merendeel is het geld. Veel geld.








[1] y