dinsdag 23 november 2010

God

Een nare geschiedenis.

Waar begin je met vertellen van een nare geschiedenis. In ons geval bij de beslissing om samen door het leven te gaan. Ja’ het is misschien een naïef uitgangspunt, maar toch besloten wij in het vroege voorjaar een woninkje te zoeken waar we onze kroost ter wereld zouden kunnen brengen. Geen lichtzinnige opdracht voor een jong echtpaar, die we dan ook zeer serieus namen. Het was een mooie lentedag, en de lucht was nog ijl. Er zat nog rijp aan de takken toen ik tegen een knap woninkje aan liep. Nadere inspectie leerde me dat het hier geen kasteeltje betrof. Zelfs geen villa of grachtenpandje. Maar wel een degelijk misschien wat verouderde woning. Wel veilig gelegen en bovenal droog. Groot genoeg voor mijn gemalin en op zijn miste 6 nakomeling. Mits goed en praktisch ingedeeld. Veel groen voor de deur en God dichtbij. Mijn vrouw twijfelde even. Ze vond het toch wat matig onderhouden. Schoon was het wel vond ze. En ja inderdaad wat verveloos. Gezien de krapte op de woningmarkt wist ik haar toch over te halen er onze intrek te nemen. Sinds God ons heeft uitverkoren boven ‘de vaalbruine’, zijn de woninkjes meer toe gespitst op ons soort kleurlingen. ‘De vaalbruine’, (vroeger in overvloed opdringerig en brutaal aanwezig), hadden het nakijken. Meer en meer laat god merken hoe zeer ze gesteld is op ons soort. De vaalbruine namen hun verlies en vertrokken uit de buurt. En wij? Wij begonnen rap met het aankleden en inrichten van ons stulpje. Met mijn vrouw in haar vruchtbaarste periode begon voor ons het grote genieten. Later deed ik nog een uitgebreid buurt onderzoek en concludeerde dat ons stulpje op de juiste plek was gelegen. Vanuit de ingang konden we het hele gebied goed overzien en God aanbidden. Onze God is al oud en beweegt traag. Ze kijkt vaak tevreden naar onze beslommeringen.

Toen, op een dag, begon zonder overleg een vaalbruine een woning te bouwen vlak bij ons in de buurt. Het werd een woning zonder dak of ingang. Eerder kamperen dan wonen vonden wij. Meewarig bezagen we zijn geklungel. Hij was nog niet klaar of een rondborstige vaalbruine lellebel trok bij hem in. Mijn vrouw en ik keken elkaar geregeld bedenkelijk aan. Moet dat stel daar kinderen gaan groot brengen vroegen wij ons af. Afijn, er ging geruime tijd over heen alvorens de spreekwoordelijke ooievaar zich melde. Zowel bij onze buren als bij ons kwam de kroost. Het kindergezang was heinde en ver te horen. En ja daar moesten problemen van komen. Gisteren heeft de catastrofe dan ook plaats gevonden. God tolereert in haar omgeving ook “De duivel”. In haar geval een rode. Zo jong als hij is, was hij in twee, drie sprongen bij onze buren. Wat zich daar toen afspeelde is met geen pen te beschrijven. Gruwelijk. Een drama voor het vaalbruine gezin. Het belang van een veilig en goed opgehangen huisje was ons in een klap weer duidelijk. En wat God betreft haar wegen zijn ondoorgrondelijk.

Nu de winter zich meld en het kroost is uitgevolgen weten mijn vrouw en ik ons veilig in de nabijheid van God die ons voed en huisvest. De vaalbruinen zijn voorgoed verdreven de rode duivel echter niet. Ze laat afschuwelijk scherpe poot afrukken achter in de pasgevallen sneeuw. Soms twijfel ik. Dan weet ik even niet of God ons voor zichzelf dichtbij houd of met een andere reden. Maar mijn eega vind dat ik somberen ik moet niet somberen.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten